Eendagsvliegen, of one-hit wonders, je kent ze wel: artiesten die een enorme Top 40-hit hadden en daarna in rook opgingen. Hoe zou het intussen met Skee-Lo, Deee-Lite en Lou Bega zijn? Bij het horen van hun hit nemen ze je meteen mee terug naar die tijd, omdat ze daar in ons hoofd altijd gebleven zijn. Ze treden soms nog jaren op, maar altijd weer met dat ene nummer. Bij sommige eendagsvliegen blijkt het toch anders te zitten.
One-hit wonder Madness
Er zijn talloze verzamelalbums gemaakt, gevuld met eendagsvliegen. Kung Fu Fighting, No Rain, Our House...Die laatste kwam ik op een Amerikaanse CD tegen, maar dat verbaasde me. Begin jaren '80 had Madness in Nederland en het Verenigd Koninkrijk jarenlang hit na hit: van One Step Beyond in de Engelse ska-revival tot de afscheidssingle (Waiting For) The Ghost train. Ik denk dat ze met hun Baggy Trousers te Engels waren voor de Amerikanen. Ska kwam daar bovendien pas in de jaren '90 terug, zodat ze in de VS nooit verder zijn gekomen dan Our House op een verzamelalbum.
De enige hit van Hendrix
Als je stelt dat artiesten met een enkele Top 40-notering eendagsvliegen zijn, kom je nog meer interessante namen tegen. Janis Joplin scoorde in 1971 haar enige solo-hit in de VS. Ze bereikte met Me and Bobby McGee de eerste plaats van de Billboard Hot 100. Kort daarvoor was ze tragisch aan haar einde gekomen en dat stuwde de verkopen omhoog.